“Een zakenhuis is geen luxebouw”

‘Een zakenhuis is geen luxebouw’

Van den Bouwhuijsen Betonbouw bouwt in 1932 het eerste C & A pand in ‘s-Hertogenbosch.

Op 6 september 2019 opent Peter Merks Stadsbrasserie Het Warenhuis, op de tweede verdieping in het voormalig winkelpand van C & A. Op de eerste verdieping zetelt ICI Paris.

Peter Merks is eigenaar van het naastgelegen Jeronimus Café, Peter Merks en nam het initiatief. Waar Jeronimus Café een bruine kroeg is, heeft de brasserie een industriële art deco uitstraling met betonnen vloer, houten tafels, leren stoelen, en groene tegels. De naam Het Warenhuis is een knipoog naar de tijden dat C&A er nog zat. Een van de  trekpleisters van de Brasserie is het terras, uitkijkend over Markt en de oude stad.

De hoek Pensmarkt-Markt, tegenover het stadhuis, is een markante en opvallende plek. Door de eeuwen heen wordt de plek gemarkeerd door een voornaam en dus groot gebouw. Al in 1287, twee jaar na de stichting van de stad, wordt de Lakenhal genoemd.

Wie in de nijvere handelsstad ’s-Hertogenbosch lakense stoffen wil verhandelen moet in dit gebouw zijn. Later wordt dit het Vleeschhuis van de stad. Alleen op deze plek mochten de Bossche slagers hun producten verkopen. In 1849 wordt het gebouw overbodig. De gemeente vestigt in zoutkeet De Bloem aan het Ortheneinde  een nieuw slachthuis.

Boterhal

Na de Vleeschhal is het de beurt aan de Boterhal die in 1850 wordt geopend. Het is voortaan de plek waar de handel in boter en andere zuivelartikelen plaats vindt. Maar in 1925 zit de gemeente omhoog met de Boterhal. Het gebouw staat leeg. Voor de handel in boter moet je voortaan naar de Raadskelder onder het Stadhuis. Een andere gebruiker van de Boterhal, het deftige Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen heeft een nieuw pand betrokken aan de Bethaniëstraat.

Het machtige warenhuis Vroom & Dreesman wil het pand wel gebruiken. Kopen is te duur. De waarde van het pand wordt geschat op tenminste 100.000 gulden. Het Bossche College van B & W wil de warenhuisketen wel een handje helpen. Het wordt een mooie deal voor V & D. De gemeente zal het pand  verbouwen voor zo’n 70.000 gulden, zodat V & D het pand risicoloos kan gebruiken. V & D  zal het voor tien jaar huren voor 11.OOO gulden per jaar. Na tien jaar zal  V & D het gebouw eventueel kopen als dat voor het warenhuis loont.

‘Boter aan de galg’

Tijdens een besloten raadsvergadering zijn B & W zo overtuigend dat de gehele gemeenteraad instemt. Maar als het raadsbesluit wereldkundig wordt zijn de rapen gaar. Het regent ingezonden brieven in de plaatselijke kranten. Raadsleden worden op straat aangehouden met de vraag: ‘Wè hedde nou toch gedaon?

De ingezonden brieven zijn niet mals. ‘De gemeente moet toch niet den grooten kapitaalschieter gaan spelen voor groote zaken. Dat is boter aan de galg smeeren.’

Middenstanders, vakbonden en de vereniging ’s-Hertogenbosch Belang’ – voorloopster Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch – reageren furieus en komen in verzet. ‘Wat nog nergens vertoond is, zal men hier beleven. De gemeente toont andere steden hoe een  gemeentebestuur zijn taak moet opvatten en grootse winkelpanden moet bouwen voor groote maatschappijen die het grootste deel der gemaakte winst uitkeeren aan elders wonende aandeelhouders, schrijft een redacteur in de plaatselijke krant. De redacteur krijgt veel bijval. Het plan gaat niet door.         

Toch voordeliger…

In 1932 besluit de Bossche gemeenteraad de Boterhal alsnog te slopen. De Bosschenaar raakt een vertrouwd stadsbeeld kwijt. Hij zal er niet om malen. Hij krijgt er C & A voor terug. Dit kledingwarenhuis profileert zich met de leus ‘En C & A is toch voordeliger.’

De stad kan bovendien wel een nieuw werkgelegenheidsproject gebruiken. Want dat is de nieuwbouw van de C & A. Dat deze grote en gerenommeerde kledingzaak naar ‘s-Hertogenbosch wil komen is ook pure winst. De werkloosheid is groot en bedraagt in 1932 10 % van de beroepsbevolking. Veel Bosschenaren lijden onder de crisis. De industrie wil maar niet meer naar de stad komen. Andere projecten zijn dus welkom. Als het maar werk oplevert. Bovendien, C & A betaalt en bouwt toch zelf.

Sober en doeltreffend

De familie Brenninkmeyer (C&A) staat zelf aan het roer en geeft de opdracht voor de bouw van dit kleding-warenhuis. Het pand wordt in 1932 ontworpen door architect W. Hopmans en ingenieur K. Bouman. Hun hoofdgedachte luidt: ‘Een dergelijk zakenhuis is geen luxebouw maar moet utilitair zijn.’ De gewone man of vrouw moet er kleding kunnen kopen. Bouw je dan een modepaleis dan zal dat de drempel alleen maar verhogen.

Op vrijdagmiddag 24 maart 1933 om 14.00 uur opent C & A. Dat doet het bedrijf  op gepaste wijze, in dit geval niet met een dure receptie met autoriteiten en bobo’s. Maar het publiek en de pers mogen meteen naar binnen. De bezoeker krijgt uitleg over het gebouw maar vooral ook over de manier waarop C & A de prijzen laag en de kwaliteit hoog kan houden. Het is een kwestie van ‘geconcentreerden inkoop, ongeëvenaard-grooten omzet en genoegen nemen met minimale winst per stuk.’ Geen wonder dat C & A het in tijden van crisis goed doet. Een dag voor de opening in ’s-Hertogenbosch opent C & A een winkel in Tilburg. In Eindhoven is er al een vestiging.

Het pand wordt opgetrokken in een stijl die elementen van het Nieuwe Bouwen mengt met expressionistische details. Het warenhuis heeft een met baksteen bekleed betonskelet en telt vijf bouwlagen. De bovenste verdieping wijkt gedeeltelijk terug en heeft een plat dak. Hierop staat een vierkante opbouw onder plat dak met licht overstek. De voor- en rechtergevel aan respectievelijk de Pensmarkt en Schapenmarkt liggen vrij, evenals een klein gedeelte van de achtergevel aan de Schapenmarkt. Van de overige gevels liggen alleen de bovenste verdiepingen vrij.

Voorbeeldig tempo

Op 12 juli 1932 gaat Van den Bouwhuijsen Betonbouw van start. Nog geen twee maanden later zijn caissonfundering, kelderverdieping en de vloer op de begane grond klaar. Op 19 november 1932 is ook het platte dak klaar van het vier verdiepingen hoge gebouw. Op 25 maart 1933 vindt de opening plaats. De plaatselijke pers roemt het tempo van de werkers aan het gebouw.

Bijna veertig jaar is C&A hier gevestigd, totdat het in het begin van de jaren ’70 naar een plek elders op de Markt verhuist.